Dubbelzinnen L t/m Z
|
|
|
Laatste sprak een oude vlam mij aan, of ik met haar uit wou gaan...
|
Langs de koele kali, liep een kale koelie, met een kilo kali, op z'n kale kop. Toen viel de kilo kali, van de kale koelie, in de koele kali, van z'n kale kop. Toen dook de kale koelie, in de koele kali, en viste daar zijn kilo kali op. Nu loopt de kale koelie, weer langs de koele kali, met een kilo kali, op zijn kale kop.
|
Leen nooit een boek aan een boekhouder.
|
Leren klokkijken is een kwestie van tijd.
|
Lesgeven bij Schiphol: bulderbaan.
|
Maakt u pasfoto's? nee hoor, al heel lang!
|
Meestal zal eendjes met zijn tweetjes.
|
Mensen die niets weten en weten dat ze niets weten weten meer dan mensen die niets weten en niet weten dat ze niets weten.
|
Men weet dat paarden kauwen, wellicht zag men ooit hoe kauwen paarden, ja, zelfs hoe paarden paarden. Maar wat doen kauwen... die slikken alles hap slok door.
|
Met het oog op z'n knie kan onze Jantje niet deelnemen aan de gymnastieklessen.
|
Mijn aannemer neemt niets van mij aan.
|
Mijn baas heeft zo'n grote kop, ze noemen hem het hoofd van de afdeling.
|
Molenaar maal mij mijn meel; mijn moeder moet mikke maken, met melk, met meel.
|
Naarmate je ouder wordt, wordt het steeds vroeger laat.
|
Nadat God aan Adam een vrouw gaf, werd het paradijs ge-eva-cueerd!
|
Na die verjongingskuur voel ik me weer helemaal de oude...
|
Niettegenstaande mijn oom niet tegen staande klokken kan, zal deze hem niet tegen staan, de Friese hebben echter zijn voorkeur.
|
Nostalgie is niet meer wat het geweest is......
|
Om te voorkomen dat zij moest voorkomen deed zij voorkomen alsof haar voorkomen ernstig beschadigd was.
|
"Onze schoudervullingen zijn niet uitstekend, maar wel perfect" zei de kleermaker.
|
Ook een konijn kan wel eens het haasje zijn.
|
Op een ventweg reed een vent weg.
|
Oplichters verduisteren...
|
Op zwart zaad zitten is minder vermoeiend dan rood te staan.
|
Over de schadelijke effecten van gassen wilde de minister zich niet uitlaten.
|
Pa zei dat het paasei pa's ei was. Ma zei dat het paasei ma's ei was. Was nu 't paasei pa's ei zoals pa zei, of was nu 't paasei ma's ei zoals ma zei?
|
Plastische chirurgie kan wellicht je neus verfraaien, maar het blijft een gok. (Aart Gerde)
|
Reïncarnatie, het geloof in het hiernogmaals.
|
Roken; het blijft een teer onderwerp.
|
Rookworst zonder R is ook worst.
|
Schiphol: De pijp uit, het hoekje om, de kist in.
|
Serieus genomen worden, of Serieus genomen worden, dat is de vraag.
|
Sinaasappelen zijn bang voor persvrijheid.
|
S cces is van u afhankelijk.
|
Sommige studenten kunnen beter in de bokssport gaan omdat ze dan meer kans op slagen hebben.
|
Tijdens zijn verkiezingscampagne was de presidentskandidaat in alle staten.
|
Toen bij de illusionist de aap uit de mouw kwam, was zijn assistente totaal ontgoocheld. (Aart Gerde)
|
Toen de klok stilstond, wist ik al hoe laat het was.
|
Toen de komiek de hete ovenschaal beetpakte, hoorde ik de narcissen.
|
Toen de soldaat voor het vuurpeloton stond, schoot hem plotseling iets te binnen.
|
Toen moe moe van de was was Zag ze zeven vliegen vliegen. Ze vlogen over haar haar en toen over de weg weg. Er was ook een bij bij.
|
Troost voor lijners: ook gezette mensen zijn vel over been.
|
Van alle zagen die we ooit zagen zagen zagen we nooit zagen zagen zoals we onze zagen zagen zagen.
|
Van klokkijken wordt de kleine wijzer.
|
Verkoop van broodtrommels? "Nooit gedacht dat daar brood in zat!"
|
Ver-trouwen is fijn, dichtbij nog beter.
|
Volgens de kopersmid is goed koper duurder.
|
Voor de tuinbouw betekent hagelslag geen broodbeleg.
|
Voor pech onderweg hadden ze pannekoeken bij zich.
|
Vredelievend schoot de jager met Kerstmis.
|
Vroeger hadden onze kinderen snotneuzen, nu hebben onze snotneuzen kinderen.
|
Vroeger kon hij als tuinman al geen potten breken, maar nu als schilder komt hij helemaal niet uit de verf.
|
Vroeger was ik een twijfelaar. Nu ben ik daar niet meer zo zeker van.
|
Wanneer het wat minder met de economie gaat:
Is de sigarenman de sigaar,
en de groenteman de pisang.
Legt de houthakker het bijltje erbij neer,
en kan de schoorsteenveger wel op het dak gaan zitten.
De stratenmaker staat op straat.
De masseurs zitten hem te knijpen.
De kleermakers weten er geen mouw meer aan te passen.
En de herenmode is de das om gedaan.
|
Wat een weer weer, zei de vrouw die aan de was was. Ze zag twee vliegen vliegen en er was ook een bij bij, die vlogen over haar haar, onder de deur deur, over de weg weg.
|
Wat is groter dan God, slechter dan de duivel, een arme heeft het, een rijke komt het tekort en als je het eet, ga je dood? Antwoord
|
Wat was was voordat was was was?
Voordat was was was, was was is.
Voordat was was was, was was schoon.
Voordat was was was, was was honing.
|
We namen als twaalfuurtje een half eendje.
|
Wie niet buiten roken kan, kan buiten roken.
|
Wie te veel vet eet, moet er wel van lusten.
|
Wie weet waar Willem Wever woont? Willem Wever woont wijd weg. Wie weet wat werkende Willem Wever weeft? Willem Wever weeft witte warme wollen winter wanten.
|
Wij willen wel wollen warme wanten wassen wanneer wij wisten waar warm water was.
|
Wil ik in de bus stappen, stap ik in de tram. Zat ik mooi in de boot.
|
Wil je meer keus, ga biljarten.
|
You have a drop on your nose; I think it's water" "No, itsnot".
|
Zeg maar jij tegen mij, ik heb een hekel aan U.
|
Ze kwam uit Vinkeveen en was een meid van klasse maar als ze wat gedronken had moest de vinkeveenseplassen.
|
Zelfontplooiing is wellicht ook goed voor je rimpels.
|
Zelfs hij die geen moer voorstelt, probeert zichzelf op te schroeven.
|
Zelfs met zo'n slecht geheugen bleek dat hij geheelonthouder was.
|
Zeven zeer zware zwarte zwanen zwommen zachtjes zwetsend zichtbaar zuidwaarts, zonder zware zwarte zorgen zodat zij zeker zeer zelden zullen zinken, zeiden ze.
|
Zeven Zottegemse zotten zouden zeven zonnige zomerse zondagen zeven zeeen zwalken. Zebedeüs' zwager zei: "Ze zijn zot zeker, ze zullen zinken".
|
Ze was mooi van verre, maar verre van mooi.
|
Zijn hoofd maakte een rooskleurige indruk.
|
Zij werd door de diëtiste aan het lijntje gehouden.
|
Zonder bril ben je mooier.
Ik draag helemaal geen bril.
Ik wel.
|
Zo werd er in lekkerkerk een knecht niet lekker onder zijn werk. Hij ligt nu begraven achter de kerk van lekkerkerk vlak bij zijn werk, das toch sterk.
|
|
|
|